Het nut van een echt goede examenmatrijs
Hoe zou de examenmatrijs voor het boek Profiel en Professie van de onlangs overleden hoogleraar Anne van der Meiden, communicatie- maar vooral public relations-wetenschapper er hebben uitgezien? Toen hij doceerde in een grote kerk in Utrecht hoefde dat instrument nog niet te worden gebruikt. Je leerde gewoon het hele boek uit je hoofd. Tegenwoordig stuurt de examenmatrijs de student aan op wat hij wel en niet hoeft te leren.
Onlangs overleed Anne van der Meiden, voor mensen uit het communicatievak ‘onze hoogleraar van de PR’. Het vak Public Relations van Van der Meiden was tijdenlang zo populair dat hij moest doceren in een afgehuurde kerk, in een gewone collegezaal paste het aantal studenten niet. Van der Meiden heeft, samen met zijn Belgische evenknie Guido Fauconnier, het boek ‘Profiel & Professie, inleiding in de theorievorming van Public Relations’ geschreven.
Toen ik de module volgde, was het boek de derde, herziene druk in 1990. Ik heb het nog in de kast staan. Sommige boeken doe je niet weg. Ik mag rustig stellen dat ik dit boek van A tot Z ken, en dan bedoel ik letterlijk. Als ik het opensla, zie ik voor de inhoudsopgave per hoofdstuk vier rondjes staan: 1e keer lezen, 2e keer enzovoorts. De bladzijden laten een bijna maniakaal beeld zien van verschillende soorten kleuren onderstrepingen, arceringen, aantekeningen, weggestrepen van passages en dergelijke.
Waarom ik dat deed? Het had uiteraard te maken met de toets die gemaakt moest worden om deze module van Van der Meiden te behalen. Het was een uitgebreide kennistoets met heel veel meerkeuzevragen. Die konden betrekking hebben op het kleinste detail uit het boek. Ik wilde de toets halen, dus zat er niets anders op dan het boek uit mijn hoofd te leren. Dat ik overigens met heel veel plezier heb gedaan. Zo ging examineren toen.
Examineren: zo moet het
Maar nu begrijpt u waar ik heen wil met mijn examenmatrijs. Zó toetsen we al een poosje niet meer. Hoewel motivatie om iets te willen behalen van cruciaal belang is, is ‘een heel boek uit je hoofd leren’ toch heden ten dage een brug te ver. Tegenwoordig kun je opmerkingen als ‘Dit examen was niet te maken, ook al had je het hele boek gelezen’, beluisteren in de lift gevuld met studenten (nou ja, in de pré-coronatijd).
Sinds het rapport ‘Vreemde ogen dwingen’ dat verscheen in 2012, is er in onderwijsland grote aandacht voor de kwaliteit van de examinering en het construeren van toetsen. Elke docent die de BKE/SKE heeft gevolgd, weet daar alles van. Renée van Zijl, uitgever van Econtentenzo en onderwijsdeskundige: ‘Een belangrijke steunpilaar binnen de toetscyclus is het construeren van de toetsmatrijs, tegenwoordig examenmatrijs geheten. In een examenmatrijs wordt expliciet gemaakt wat je als docent gaat toetsen en welke toetsvorm je hierbij gebruikt. Je maakt een overzicht van leerdoelen, toetsvormen en het cognitief niveau waarop je elk leerdoel gaat toetsen. De leerdoelen worden uiteengerafeld in toetstermen en zijn zo geformuleerd dat er meerdere toetsitems bij te bedenken zijn. Een examenmatrijs maakt op deze manier de student duidelijk wat hij wel en wat hij niet moet leren en beheersen.’
Een echt goede examenmatrijs
Van een echt goede examenmatrijs kan daarom gezegd worden dat het
- de basis vormt voor goede, inhoudelijk vergelijkbare toetsen.
- per toetsterm de inhoud en het beheersingsniveau (taxonomie) aangeeft.
- bijdraagt aan de validiteit en betrouwbaarheid van de toetsen.
- een duidelijk verschil maakt tussen een leerdoel en een toetsterm
- gebaseerd is op autoritaire bronnen.
- voldoet aan de kwaliteitseisen van de NVAO en HBO-raad.
Toen ik als HBO-docent les kreeg in het maken van een examenmatrijs, verzuchtte een collega van me: ‘Je kunt toch net zo goed opschrijven: leer het hele boek?’. Maar nee dus, heden ten dage werkt het binnen het onderwijs niet meer zo. Of je studenten per definitie nog kennis wilt laten stampen, is alweer een heel andere vraag. Daar ga ik in deze blog niet op in. Maar voor elk te toetsen curriculumonderdeel is een echt goede examenmatrijs nodig. Ik zet Anne’s boek weer in de kast. Het zou nog een hele klus zijn om voor dit boek een examenmatrijs te maken. Maar dat het me had geholpen om gerichter het boek te doorgronden, dat is wel zeker.
Meer lezen over dit onderwerp?
Bijkerk, L. (2015). Basis Kwalificatie Examinering in het hoger beroepsonderwijs. Bohn, Stafleu, Van Loghum.
Jaspers, M., & Van Zijl, E. (2014). Samenwerken aan toetskwaliteit in het Hoger Onderwijs. Fontys Hogescholen. Dienst Onderwijs en Onderzoek.
Jaspers, M., & Van Zijl, E. (2011). Kwaliteit van toetsing in het Hoger Onderwijs. Naar een versterkte rol van examencommissies. Fontys Hogescholen. Dienst Onderwijs en Onderzoek.
Joosten-ten Brinke, D. (2011). Eigentijds toetsen en beoordelen. Fontys Hogescholen.
Sluijsmans, D., Peeters, A., Jakobs, L., & Weijzen, S. (2012). De kwaliteit van toetsing onder de loep. Tijdschrift OnderwijsInnovatie, 4, 17–25.